Hoe kun je de schrijfvaardigheid van leerlingen versterken?

De focus op taalbeschouwing is geen doel op zich binnen de lesscenario’s. Enerzijds komt de keuze voor een bepaalde taalbeschouwelijke focus voort uit onze corpusanalyse. Zo focust het lesscenario ‘Een heksenverhaal’ op de spelling van de werkwoorden in de verleden tijd en het gebruik van het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord omdat uit onze analyse van 200 leerlingteksten blijkt dat leerlingen net bij het schrijven van verhalen fouten maken tegen deze spellingsregels. Anderzijds wordt de taalbeschouwelijke focus steeds ingezet om tot betere schrijfproducten te komen. 


In sommige lesscenario’s focussen we al voor de schrijfopdracht op taalbeschouwing. In het lesscenario ‘Een heksenverhaal’ worden de regels voor de werkwoorden in de verleden tijd en het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord opgefrist vooraleer de leerlingen een eerste versie schrijven. Vaker focussen we expliciet op taalbeschouwing over het taalsysteem na het schrijven van de eerste versie, omdat leerlingen bij het schrijven van die eerste versie al met veel zaken rekening moeten houden. Die eerste versies neemt de leraar door en hij identificeert een relevante taalbeschouwelijke focus. In een tweede les oefent hij met de leerlingen expliciet op die taalbeschouwelijke focus. Dat kan gebeuren aan de hand van taalbeschouwelijke oefeningen  (bijvoorbeeld uit het leerwerkboek) of door de verbetering van oefenteksten, waarbij leerlingen een minder goede tekst herschrijven vanuit de taalbeschouwelijke focus. Vervolgens schrijven de leerlingen een tweede versie van hun eigen tekst met aandacht voor die focus: gefocuste revisie