Welke principes dragen bij tot goed taalbeschouwings-

onderwijs?

Bij het ontwikkelen van de lesscenario’s hadden we vijf didactische principes voor ogen om een focus op taalbeschouwing over het taalsysteem in te bouwen in de lessen schrijfvaardigheid:

(1) inductief werken

(2) expliciteren en benoemen

(3) breed kijken naar taalbeschouwing

(4) schrijfvaardigheid versterken

(5) differentiëren

Hoe kun je inductief werken? 


Inductief werken betekent dat je van concreet naar abstract werkt, vanuit voorbeelden naar de theorie. Hierdoor krijgt de taalverwondering van de leerlingen ruimte. Taal beschouwen is immers samen met je leerlingen reflecteren op taalmateriaal om zo inzicht te krijgen in de regels van onze taal. Wij kiezen ervoor om zo veel mogelijk met authentiek taalmateriaal te werken, bijvoorbeeld met teksten van leerlingen. Samen met de leerlingen bestudeer je goede en minder goede voorbeelden, je laat de leerlingen hun observaties en interpretaties onder woorden brengen, de systematiek ontdekken en in hun eigen woorden benoemen. Je maakt het denken van de leerlingen zo veel mogelijk zichtbaar. Dan pas breng je als leerkracht de bijbehorende begrippen aan.   

Lees meer

Uit onderzoek van onder andere Hossein en Fotos blijkt dat zowel impliciete als expliciete aandacht voor taalbeschouwing in een les schrijven een positief effect kan hebben op de taalvaardigheid van de leerlingen. Bij een impliciete aanpak  benoem je de taalbeschouwelijke focus niet uitdrukkelijk, maar zorg je ervoor dat de focus heel duidelijk in je modeltekst aanwezig is. Je kan bijvoorbeeld werken met een modeltekst met veel signaalwoorden, zonder dat je het begrip signaalwoord aanbrengt. Bij een expliciete aanpak  ga je als leerkracht de taalbeschouwelijke focus wel expliciet benoemen en gebruik je ook de bijbehorende begrippen. Wij kiezen met Schrijfbalans uitdrukkelijk voor een expliciete aanpak omdat wij geloven dat inzetten op kennis een positief kan hebben op de taalvaardigheid. De leerlingen verwerven inzicht in het taalsysteem en leren die inzichten ook onder woorden te brengen. 


Dat betekent dat in onze lesscenario’s begrippen uit het domein taalbeschouwing worden gebruikt, zoals voegwoorden en alinea’s. Zo hanteren we in het lesscenario Brief voor ouderdag  het begrip verwijswoord en in E-mail naar het dierenasiel’  het begrip samengestelde zin. 

Lees meer?

Wat houdt een expliciete aanpak in?

Hoe kijk je breed naar taalbeschouwing? 



Voor de keuze van de taalbeschouwelijke focussen die in de lesscenario’s aan bod komen, kijken we breed en laten we de verschillende domeinen binnen taalkunde aan bod komen: tekstkenmerken en tekststructuur, woordgebruik, zinsbouw, spelling en leestekens. Uit onze eigen corpusanalyse blijkt immers dat leerlingen op al die vlakken nog verder kunnen groeien. 

Lees meer

De focus op taalbeschouwing is geen doel op zich binnen de lesscenario’s. Enerzijds komt de keuze voor een bepaalde taalbeschouwelijke focus voort uit onze corpusanalyse. Zo focust het lesscenario ‘Een heksenverhaal’ op de spelling van de werkwoorden in de verleden tijd en het gebruik van het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord omdat uit onze analyse van 200 leerlingteksten blijkt dat leerlingen net bij het schrijven van verhalen fouten maken tegen deze spellingsregels. Anderzijds wordt de taalbeschouwelijke focus steeds ingezet om tot betere schrijfproducten te komen. 

Lees meer

Hoe kun je de schrijfvaardigheid van leerlingen versterken?

Hoe kun je differentiëren op het vlak van taalbeschouwing? 



Uit de bevraging bij leraren van de derde graad lager en de eerste graad secundair onderwijs kwam naar voren dat de diversiteit binnen de klasgroepen een grote uitdaging vormt voor goed schrijfonderwijs. Daarom is differentiëren binnen de taalbeschouwelijke focussen een belangrijk uitgangspunt van de lesscenario’s. Elke leerling wordt op die manier uitgedaagd op maat. 

Lees meer