Suggesties voor taalbeleid

Naast de minimumdoelen en het leerplan kan de schrijfschijf voor schoolteams een extra, visueel hulpmiddel zijn om samen een schrijfbeleid uit te werken, waarin de bijbehorende taalbeschouwelijke basiskennis geïntegreerd wordt. Zo werken schoolteams verder aan een kennisrijk curriculum. 

Vanuit wat er in de klassen al gebeurt rond schrijfvaardigheid en vanuit de ervaren noden kunnen leerkrachten met elkaar in gesprek gaan, samen onderzoeken, en onderling afspraken maken om hun leerlingen stapsgewijs te laten groeien in schrijfvaardigheid. Hieronder geven we daarvoor enkele mogelijke interessante insteken mee. 

  • Werken aan een schrijfrijk klimaat

    Het is interessant om met je (deel)team of vakgroep schrijfkansen voor leerlingen in kaart te brengen, over leergebieden of vakken heen. Onderzoek of de gebruikte leermiddelen in verschillende leergebieden/vakken leerlingen voldoende kansen bieden om regelmatig zelf teksten en zinnen te schrijven, dus meer dan louter invullen. Krijgen leerlingen  daarnaast geregeld de mogelijkheid om in een schrift te schrijven? Ga vervolgens samen op zoek naar extra schrijfkansen in of vanuit verschillende leergebieden/vakken. Denk daarbij ook aan vakoverschrijdende schrijfopdrachten.   


    In Schrijfbalans focussen we vooral op communicatief schrijven: schrijven om te delen. Daarvoor biedt deze website heel wat inspiratie en ondersteuning. Daarnaast is inzetten op schrijven om te leren - notities nemen, schema’s en samenvattingen maken – ook belangrijk. Dat gebeurt best met concrete leerinhouden van verschillende leergebieden/vakken, om het voor de leerlingen betekenisvol te maken. Wat ze schrijven is op die manier niet enkel een schrijfoefening Nederlands, maar dient effectief om de leerstof te verwerken. Twee vliegen in één klap dus.  

  • Leerlijnen ontwikkelen

    Met je (deel)team of vakgroep kunnen jullie de aangeboden teksttypes en betekenisvolle schrijftaken verzamelen. Dat kan starten met over de graden heen in kaart te brengen hoe vaak en op welke manier belangrijke teksttypes aan bod komen. Verder onderzoeken jullie samen hoe zowel de cyclische als de lineaire opbouw van werken aan schrijfvaardigheid kan worden versterkt. Dat kan eerst per graad gebeuren en in een volgende fase per (leer)jaar. Ga met elkaar in gesprek over populaire schrijftaken bij de leerlingen en wat die schrijftaken zo boeiend maakt. Dat vormt de ideale aanzet voor een gezamenlijke brainstorm over mogelijke andere betekenisvolle schrijftaken. 


    Integreer met je (deel)team of vakgroep taalbeschouwing in de leerlijn schrijven. Dat kan beginnen met een overzicht van welke belangrijke taalbeschouwelijke basiskennis stapsgewijs, per graad of per (leer)jaar, wordt aangebracht. Ga na in welke mate dat in aparte taalbeschouwingslessen gebeurt. Onderzoek daarna samen hoe expliciete aandacht voor taalbeschouwing over het taalsysteem krachtig(er) geïntegreerd kan worden in betekenisvolle schrijftaken. Daarbij kan het interessant zijn om vanuit verzamelde leerlingteksten specifieke noden bij jullie leerlingen te detecteren. Op basis daarvan kunnen jullie concrete taalbeschouwelijke focussen kiezen en in jullie leerlijn opnemen.  


    Binnen je (deel)team of vakgroep ervaringen en aanpakken van schrijflessen uitwisselen kan heel verrijkend zijn. Wissel in een open sfeer ervaringen uit over hoe leerlingen ondersteund worden voor, tijdens en na het schrijven, en waar eventueel nog extra groeimarge zit. Overleg over de kansen die leerlingen in schrijflessen krijgen om samenwerkend te leren. Dat gaat over: samen met een schrijfmaatje brainstormen, samen schrijven en/of elkaar feedback geven. Ga met elkaar in gesprek over jullie concrete aanpak en de mogelijke groeimarge. Overleg over de meerwaarde en de mogelijkheden om leerlingen na gerichte feedback een tweede versie van hun tekst te laten schrijven. 


    Ook onze lesscenario’s en andere ondersteunende documenten kunnen een vertrekpunt zijn om samen sterke leerlijnen te ontwikkelen. 

  • Samenwerkend leren

    Krachtig schrijfonderwijs realiseren én daarin op gepaste momenten taalbeschouwing integreren, is niet eenvoudig. Dat lukt beter als je dat samen kunt doen. Door als collega’s met de schrijfschijf samen concrete lesscenario’s te ontwikkelen, duiken er ook interessante vragen en problemen op, waarover samen kan worden nagedacht. De leidraad ‘Ontwerp je eigen lesscenario met de schrijfschijf’ helpt leerkrachten op weg.  


    Na het geven van een samen ontwikkelde les(senreeks) kunnen leerkrachten hun ervaringen met elkaar delen en samen hun aanpak verder verfijnen. Via de olievlekstrategie kunnen die ervaringen verder gedeeld worden met andere collega’s. Vergeet daarbij niet om ook de valkuilen of tegenvallers te bespreken, want net daaruit kan veel worden geleerd.  


    Samenwerkend leren gaat nog verder als twee collega’s de samen ontwikkelde les(senreeks) ook effectief samen geven (co-teaching) of bij elkaar observeren met de bedoeling elkaar vooruit te helpen (collegiale observatie). Dat kan inspirerend zijn en weer extra inzichten opleveren. Daarvoor zijn wederzijds vertrouwen en een onderzoekende houding in een open schoolcultuur belangrijk. Zelf hebben we ook de meerwaarde van co-teaching mogen ervaren. De meeste van onze lesscenario’s zijn ontstaan door een rijke interactie tussen projectmedewerkers en klasleerkrachten. 

  • Nieuwe ontwikkelingen integreren

    Een krachtig schrijfbeleid dient rekening te houden met de impact van nieuwe ontwikkelingen. Eerder moesten we ons verhouden tot de meerwaarde van handschriftontwikkeling versus het typen van teksten op de computer. Nu is er een tsunami van GenAI, met digitale tools als ChatGPT en Copilot. Die snelle digitale ontwikkelingen dwingen leraren om opnieuw stil te staan bij waarom schrijfonderwijs essentieel is in de ontwikkeling van leerlingen en hoe ze dat best aanpakken.  


    Lange tijd stonden de ontvanger en het schrijfdoel centraal om leerlingen te motiveren om een goede tekst te schrijven. Ondertussen kunnen digitale tools sneller betere teksten produceren dan leerlingen dat kunnen. Daarom is het belangrijk om de relatie tussen de schrijver en de lezer van de tekst te herwaarderen en de rol van schrijven als middel om het denken te ondersteunen.  


    In bepaalde fasen van het schrijfproces kunnen digitale tools een meerwaarde bieden, maar daarbij hebben leerlingen ondersteuning nodig. Via modeling en kritische vragen kunnen zaken aan bod komen als: Hoe schrijf je een goede prompt als je ideeën wilt verzamelen? Hoe zet je een digitale tool krachtig in bij de afwerking van je tekst? Hoe ga je kritisch om met de digitale tools die je gebruikt en met de content die zo’n tool genereert?  


    Met een open en kritische benadering kan een schoolteam tot een gedragen beleid komen op dit vlak en onderbouwde concrete afspraken maken.  

  • Visie op evalueren verfijnen

    Uit onze schriftelijke bevraging bij 262 leerkrachten en uit gesprekken met leerkrachten blijkt dat veel leerkrachten worstelen met de formatieve en summatieve evaluatie van schrijfvaardigheid. Die wordt als erg belastend en tijdrovend ervaren, zeker als leerkrachten de ambitie hebben om elk schrijfproduct van elke individuele leerling te beoordelen met een cijfer. Misschien kan een open en bredere benadering van die evaluatie leerkrachten meer zuurstof en zin geven om schrijflessen te geven? Het belangrijkste doel van schrijfonderwijs is en blijft immers leerlingen beter teksten leren schrijven.  


    Onderzoek daarom samen verscheidene evaluatiemogelijkheden, met hun sterktes en valkuilen. Durf samen weloverwogen keuzes te maken en die ook bij te sturen. Denk bijvoorbeeld aan op het rapport aangeven in welke mate de leerling de doelstelling bereikt heeft (bv. een verslag kunnen schrijven), met veel of weinig ondersteuning. Overweeg om leerlingen ook af en toe in duo’s of trio’s te laten schrijven en die groepsteksten te evalueren. Of denk na over hoe jullie leerlingen zelf sterker bij de evaluatie kunnen betrekken, op een manier die leerkrachten wat kan ontlasten én die tegelijk leerlingen leert reflecteren over de kwaliteit van hun schrijfproduct(en) en over hun schrijfproces. Daarover lees je meer bij ‘feedback en evaluatie’.  

  • Visie op differentiëren verfijnen

    Door de openheid van schrijftaken worden verschillen tussen leerlingen erg zichtbaar, verschillen op het vlak van schrijfvaardigheid, interesses, schrijftempo, reflectievaardigheid enz. Daardoor worden leerkrachten gestimuleerd om waar nodig extra scaffolding te voorzien of leerlingen extra uit te dagen. Onderzoek samen op welke manieren jullie kunnen omgaan met verschillen. 


    In Schrijfbalans besteden we expliciet aandacht aan differentiatie in de taalbeschouwelijke focus bij concrete schrijftaken. Voor zwakkere, gemiddelde en sterkere schrijvers worden andere accenten gelegd. Zo worden ook sterkere schrijvers uitgedaagd, terwijl zwakkere schrijvers niet ontmoedigd worden door te hoge eisen te stellen. Over die vorm van differentiatie lees je meer bij ‘taalbeschouwing: differentiatie’ en concrete voorbeelden vind je in onze lesscenario’s.  


    Daarnaast zijn er nog tal van andere manieren om in een krachtige schrijfomgeving om te gaan met verschillen tussen leerlingen. Dat gebeurt vooral - en spontaan - in interactie met leerlingen, als groep, in duo’s en individueel via blitzbezoekjes. Feedback is gedifferentieerd, want passend bij de tekst waarover het gaat en bij de leerling die de tekst geschreven heeft. Zulke evidente maar belangrijke differentiatievormen zijn standaard ingebed in onze lesscenario’s. Bovendien doen we in een aantal lesscenario’s suggesties om met tempoverschillen om te gaan: door een extra opdracht te voorzien voor snellere schrijvers, krijgen ook tragere schrijvers meer tijd voor hun tekst.  

  • Verbinden met gekende kaders

    De meeste scholen hebben op het vlak van taalbeleid al een heel parcours afgelegd. In veel scholen is er de afgelopen jaren sterk ingezet op leesvaardigheid. De daar gehanteerde kaders en principes kunnen schoolteams gebruiken om de transfer te maken naar schrijfvaardigheid.  


    Heel wat lagere scholen hebben de afgelopen jaren bijvoorbeeld gewerkt met de vijf sleutels voor een effectieve leesdidactiek: functionaliteit, interactie, strategie-instructie, leesmotivatie en transfer (naar andere leergebieden/vakken). Die vijf sleutels kunnen teams samen vertalen naar en een concrete invulling geven voor een effectieve schrijfdidactiek.   


    Scholen die het gewoon zijn om met de zeven principes voor een krachtige taaldidactiek te werken (uitgewerkt in de handboeken ‘Volop taal’ en ‘Voluit taal’, van Schiepers, M. e.a.), zullen die principes gemakkelijk kunnen verbinden met de aanpak die we via onze schrijfschijf voorstellen en in onze lesscenario’s concretiseren. In de uitleg over een krachtige schrijfdidactiek hebben we de verbinding met de zeven principes geëxpliciteerd. 


Meer lezen over taalbeleid?

We bevelen de volgende titels aan: